Most of Intercol coatings based on PVAc and copolymeric dispersions do NOT meet the criteria for microplastics.
Microplastics are to be defined as water insoluble, persistent, non-degradable plastics with a particle size between 0,1 micron and 5 mm [1]. Our coatings are based on polymeric emulsions, for which the following characteristics apply.
- The emulsions and polymeric films obtained after application, are neither insoluble nor poorly soluble in water, as defined by REACH [2], given the re-emulsification to levels well above 1 mg/L.
- The PVAc and EVA polymers contained in the emulsions are polar due to the presence of hydroxyl and ester moieties, that make these polymers readily available to degradation mechanisms (e.g. microbial, hydrolytic, or oxidative) in both the aquatic and soil phase. These polymers are degradable according to both the criteria for waste water management (Biological and Chemical Oxygen Demand) and the REACH criterion for persistence, since the half-life of the emulsions is shorter than 60 days in aquatic environment and shorter than 120 days in soil environment. In all cases, neither toxic nor harmful compounds are observed, both in the original emulsions and in its (waste water) degradation products.
- The particle size distribution of the original polymers in the emulsion is centred around 0,4 micron [3]. Upon degradation, the water soluble polymer particles will readily drop below 0,1 micron, which renders all particles well below the microplastics window of 0,1 micron and larger.
[1] Towards a definition of microplastics Considerations for the specification of physico-chemical properties RIVM Letter report 2015-0116 A.J. Verschoor.
[2] ECHA, November 2012, Guidance on information requirements and chemical safety assessment. Chapter R.11: PBT assessment. Report no. ECHA-12-G-24-EN, Helsinki, Finland, 99 pag.
[3] Proprietary measurements of PSD typically yields a peak slightly below 0,5 micron.
Biologische afbreekbaarheid
De lijm in vloeibare toestand
Onze etiketteerlijmen en koudlijmen (PVAC, EVA, homopolymeren en copolymeren op watebasis) kennen een Waterbezwaarlijkheid in verschillende gradaties, zoals
A (4) of A (3) “Schadelijk voor in water levende organismen kan in het aquatische milieu op lange termijn schadelijke effecten veroorzaken”, dit staat in de SDS, Rubriek 12: Ecologische informatie
De meeste van onze lijmen hebben een waterbezwaarlijkheid B(4) “Weinig schadelijk voor in water levende organismen”.
De ‘schadelijkheid’ komt door de noodzakelijke aanwezigheid (<0.1 %) van bederfwerende stoffen (de conservering). De conservering valt de microben aan, maar vergaat er zelf bij. Dus na verloop van tijd is de natte lijm conserveringsloos en bederft ze toch. De basisgrondstoffen voor vrijwel al onze lijmen zijn onschadelijk.
De lijm in gedroogde toestand en bij recylingprocessen
Voor de meeste van onze klanten betreft de gedroogde lijm in een end-of-life situatie. De gedroogde lijmfilm van onze meeste lijmen is re-emulgeerbaar. Voor de recycling betekent dat dat de lijmfilm oplost (erg wenselijk voor de papier-, kartonnage- en verpakkingsindustrie). De gere-emulgeerde lijmfilm is biologisch afbreekbaar, want zal (langdurige) blootstelling aan microben (enzymen, bacteria en schimmels), UV-licht en vocht niet verdragen. Deze biologische afbreekbaarheid is meetbaar. De BZV waarde is een indicatie voor de snelheid van “environmental degradation”. De wetenschappelijke discussie hierover is gaande, maar kent wel sterke onderbouwingen: Een hoge CZV in combinatie met een hoge BZV betekent dat de moleculaire massa van de organische ketens degradeert, fractioneert en afbreekt naar een CO2.
ISO 16929
Diverse van onze gedroogde lijmfilms zijn getest op compostering-vereisten en op BZV/CZV-waarden. Daaruit blijkt onder andere dat de geteste re-emulgeerbare lijmen allemaal voldoen aan qualitative disintegration test naar ISO 16929 en dat de BZV/CZV-waarden een goede indicatie geven voor snelle afbreekbaarheid.
Uiteindelijk is iedere applicatie specifiek. Daarom worden eindproduct inclusief de lijm meestal getest op bijvoorbeeld voedselveiligheid of biodegradeerbaarheid.
Bij afvalverbranding
Bij volledige verbranding de lijmfilm zich gedragen als elke andere cellulose- en polymeerketen en uiteindelijk tot CO2 ontbinden. In verhouding tot het te belijmen materiaal is de massa van lijmfilm vaak maar een klein percentage van betekenis.
Tenslotte
Per lijm kunnen specifiek verklaringen worden afgegeven over de samenstelling en daarmee de te verwachten impact op het milieu. Raadpleeg daarnaast altijd ons TDS en SDS van het betreffende product.